Liturgie

Liturgie 7 december 2025 - Heilig Avondmaal


Orde voor zondag 2e advent, 7 december 2025

 

Inloop vanaf 10:30 uur 
Aanvangstijd: 11:00 uur 
Voorganger: Dhr. J. van der Meer uit Drachten
Oppas en kindernevendienst (Wilma)
Koffie verzorgd door: Trea en Hilbrand
Organist: Piet van Zuiden

Orgelspel voor de dienst

 

Welkom en mededelingen 

 

Ontsteken van de adventskaarsen

 

Lied van aanvangen NLB 433: 1, 2 en 3

1       Komt tot ons, de wereld wacht,

Heiland, kom in onze nacht.

Licht dat in de nacht begint,

kind van God, Maria ’s kind.

 

2       Kind dat uit uw kamer klein,

als des hemels zonneschijn

op de aarde wordt gesteld,

gaat uw weg zoals een held.

 

3       Gij daalt van de Vader neer

tot de Vader keert Gij weer,

die de hel zijt doorgegaan

en hemelwaarts opgestaan.

 

Stil gebed , Votum en Groet 

 

Inleiding op de dienst

 

Lied: Toekomst vol van hoop

Gebed

 

NLB 444: 1, 2 en 3

1       Nu daagt het in het oosten,

het licht schijnt overal:

Hij komt de volken troosten,

die eeuwig heersen zal.

 

2       De duisternis gaat wijken

van de eeuwenlange nacht.

Een nieuwe dag gaat prijken

met ongekende pracht.

 

3       Zij, die gebonden zaten

in schaduw van de dood,

van God en mens verlaten

begroeten ’t morgenrood.

 

Gebed om de Heilige Geest

 

Project kinderen/kinderlied (daarna naar eigen dienst)

 

Lezing Jesaja 11:1-10 (NBV21)

Vrede en gerechtigheid door de telg van Isaï

1 Maar uit de stronk van Isaï schiet een telg op, een scheut van zijn wortels komt tot bloei.

2 De geest van de HEER zal op hem rusten: een geest van wijsheid en inzicht,

een geest van kracht en verstandig beleid, een geest van kennis en ontzag voor de HEER.

3 Hij ademt ontzag voor de HEER; zijn oordeel stoelt niet op uiterlijke schijn, noch grondt hij zijn vonnis op geruchten.

4 Over de zwakken velt hij een rechtvaardig oordeel, de armen in het land geeft hij een eerlijk vonnis. Hij tuchtigt de aarde met de gesel van zijn mond, met de adem van zijn lippen doodt hij de schuldigen.

5 Hij draagt gerechtigheid als een gordel om zijn lendenen en trouw als een gordel om zijn heupen.

6  Dan zal een wolf zich neerleggen naast een lam, een panter vlijt zich bij een bokje neer;

kalf en leeuw zullen samen weiden  en een kleine jongen zal ze hoeden.

7 Een koe en een berin grazen samen, hun jongen liggen bijeen; een leeuw eet stro, net als een rund.

8 Bij het hol van een adder speelt een zuigeling, een kind graait met zijn hand naar het nest van een slang.

9 Niemand doet kwaad, niemand sticht onheil op heel mijn heilige berg. Want kennis van de HEER vervult de aarde, zoals het water de bodem van de zee bedekt.

10 Op die dag zal de telg van Isaï als een vaandel voor alle volken staan. Dan zullen de volken hem zoeken en zijn woonplaats zal schitterend zijn.

 

Lied: Er is een roos ontloken

Lezing Mattheus 3:1-12 (NBV21)

Optreden van Johannes de Doper
1   In die tijd trad Johannes de Doper op in de woestijn van Judea. Hij verkondigde: 2 ‘Kom tot inkeer, want het koninkrijk van de hemel is nabij!’ 3 Dit was de man over wie de profeet Jesaja sprak toen hij zei: ‘Een stem roept in de woestijn: “Maak de weg van de Heer gereed, maak recht zijn paden.”’ 4  Johannes droeg een ruwe mantel van kameelhaar met een leren gordel; hij voedde zich met sprinkhanen en wilde honing. 5 Uit Jeruzalem, uit heel Judea en uit de omgeving van de Jordaan stroomden de mensen toe 6 en ze lieten zich door hem dopen in de rivier de Jordaan, waarbij ze hun zonden beleden.
7 Toen hij zag dat veel farizeeën
en sadduceeën op zijn doop afkwamen, zei hij tegen hen: ‘Addergebroed, wie heeft jullie wijsgemaakt dat je het komende oordeel kunt ontlopen? 8 Breng liever vruchten voort die tonen dat jullie tot inkeer gekomen zijn. 9 En denk niet dat je bij jezelf kunt zeggen: Wij hebben Abraham als vader. Want ik zeg jullie: God kan uit deze stenen kinderen van Abraham verwekken! 10 De bijl ligt al aan de wortel van de boom: iedere boom die geen goede vruchten voortbrengt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen. 11 Ik doop jullie met water als teken van jullie inkeer, maar na mij komt iemand die machtiger is dan ik; ik ben het zelfs niet waard om zijn sandalen voor Hem te dragen. Hij zal jullie dopen met de heilige Geest en met vuur; 12 Hij houdt de wan in zijn hand, Hij zal zijn dorsvloer reinigen en zijn graan in de schuur bijeenbrengen, maar het kaf zal Hij verbranden in onblusbaar vuur.’

 

NLB 802: 1, 3 en 4   

1         Door de wereld gaat een woord

en het drijft de mensen voort:

"Breek uw tent op, ga op reis,

naar het land, dat Ik u wijs."

Refrein: Here God, wij zijn vervreemden,

door te luist' ren naar Uw stem.

Breng ons saam met Uw ontheemden,

naar het nieuw Jeruzalem.


3         Menigeen ging zelf op pad,

daar hij thuis geen vrede had.

Eeuwig heimwee spoort hem aan,

laat ook hem het woord verstaan.

Refrein: Here God, wij zijn vervreemden,

door te luist' ren naar Uw stem.

Breng ons saam met Uw ontheemden,

naar het nieuw Jeruzalem.


4         Door de wereld klinkt een lied,

tegen angsten en verdriet,

tegen onrecht, tegen dwang,

richten pelgrims hun gezang.

Refrein: Here God, wij zijn vervreemden,

door te luist' ren naar Uw stem.

Breng ons saam met Uw ontheemden,

naar het nieuw Jeruzalem.


Verkondiging

 

Lied NLB 601: 1, 2 en 3

1       Licht dat ons aanstoot in de morgen,

voortijdig licht waarin wij staan

koud, één voor één, en ongeborgen,

licht overdek mij, vuur mij aan.

Dat ik niet uitval, dat wij allen

zo zwaar en droevig als wij zijn

niet uit elkaars genade vallen

en doelloos en onvindbaar zijn.

 

2       Licht, van mijn stad de stedehouder,

aanhoudend licht dat overwint.

Vaderlijk licht, steevaste schouder,

draag mij, ik ben jouw kijkend kind.

Licht, kind in mij, kijk uit mijn ogen

of ergens al de wereld daagt

waar mensen waardig leven mogen

en elk zijn naam in vrede draagt.

 

3       Alles zal zwichten en verwaaien

wat op het licht niet is geijkt.

Taal zal alleen verwoesting zaaien

en van ons doen geen daad beklijft.

Veelstemmig licht, om aan te horen

zolang ons hart nog slagen geeft.

Liefste der mensen, eerstgeboren,

licht, laatste woord van Hem die leeft.

 

Inleiding op de geloofsbelijdenis

 

Gezongen geloofsbelijdenis

 

Dankgebed en voorbeden  

 

Collecte 

 

Slotlied NLB 675: 1 en 2 
1         Geest van hierboven,

leer ons geloven,

hopen, liefhebben door uw kracht!

Hemelse Vrede,

deel U nu mede

aan een wereld die U verwacht!

Wij mogen zingen

van grote dingen,

als wij ontvangen

al ons verlangen,

met Christus opgestaan. Halleluja!

Eeuwigheidsleven

zal Hij ons geven,

als wij herboren

Hem toebehoren,

die ons is voorgegaan. Halleluja!


2         Wat kan ons schaden,

wat van U scheiden,

Liefde die ons hebt liefgehad?

Niets is ten kwade,

wat wij ook lijden,

Gij houdt ons bij de hand gevat.

Gij hebt de zege

voor ons verkregen,

Gij zult op aarde

de macht aanvaarden

en onze koning zijn. Halleluja!

Gij, onze Here,

doet triomferen

die naar U heten

en in U weten,

dat wij Gods kinderen zijn. Halleluja!

 

Heenzending en Zegenbede 

terug