Liturgie
Liturgie 09 november 2025
LITURGIE EN VERKONDIGING - 9 november
Inloop vanaf 10:30 uur
Aanvangstijd: 11:00 uur
Voorganger: Ds van Wieren uit Oosternijkerk
Oppas en kindernevendienst (Alissa))
Koffie verzorgd door: familie van Gosliga
Organist: Johan Kramer
Orgelspel
Mededelingen Kerkenraad + aansteken kaars
Zingen NLB 150 (Loof God, loof Hem overal)
1 Loof God, loof Hem overal.
Loof de Koning van ‘t heelal
om zijn wonderbare macht,
om de heerlijkheid en kracht
van zijn naam en eeuwig wezen.
Loof de daden, groot en goed,
die Hij triomferend doet.
Hem zij eer, Hij zij geprezen.
2 Hef, bazuin, uw gouden stem,
harp en fluit, verheerlijk Hem!
Citer, cimbel, tamboerijn,
laat uw maat de maatslag zijn
van Gods ongemeten wezen,
opdat zinge al wat leeft,
juiche al wat adem heeft
tot Gods eer. Hij zij geprezen.
Stilte van voorbereiding
Votum en groet
Gebed
Zingen Gez. 463 (O Heer, die onze Vader zijt)
1 O Heer' die onze Vader zijt,
vergeef ons onze schuld.
Wijs ons de weg der zaligheid,
en laat ons hart, door U geleid,
met liefde zijn vervuld.
2 Geef dat Uw roepstem wordt gehoord,
als eenmaal bij de zee.
Geef dat ook wij Uw nodend woord,
vertrouwen, volgen ongestoord,
op weg gaan met U mee.
3 O vrede van Tiberias,
O heuvels in het rond,
Waar Jezus in het zachte gras,
de mensen lief had en genas,
En in hun midden stond.
4 Leg Heer', Uw stille dauw van rust,
op onze duisternis.
Neem van ons hart de vrees, de lust,
en maak ons innerlijk bewust,
hoe schoon Uw vrede is.
5 Dat ons geen drift en pijn verblindt,
geen hartstocht ons verwart.
Maak Gij ons rein en welgezind,
en spreek tot ons in vuur en wind,
o stille stem in 't hart.
Tekst van de week Marcus 1: 1 (NBV’21)
Het begin van het evangelie van Jezus Christus, Zoon van God.
Muziek Psalm 23 (Groen is het land)
Kinderen naar de kindernevendienst
zingen lied (We gaan voor even…)
Schriftlezing Mc.6: 30-44 (NBV’21)
Het teken van de broden
30 De apostelen kwamen weer terug bij Jezus en vertelden Hem over alles wat ze gedaan hadden en wat ze de mensen onderwezen hadden. 31 Hij zei tegen hen: ‘Ga nu mee naar een eenzame plaats om alleen te zijn en een tijdje uit te rusten.’ Want het was een voortdurend komen en gaan van mensen, zodat ze zelfs niet de kans kregen om te eten.
32 Ze voeren met de boot naar een afgelegen plaats, om daar alleen te kunnen zijn. 33 Maar hun vertrek werd opgemerkt, en velen herkenden hen; uit alle steden haastten de mensen zich over land naar die plaats en ze kwamen er nog eerder aan dan Jezus en de apostelen. 34 Toen Hij uit de boot stapte, zag Hij een grote menigte en voelde medelijden met hen, want ze waren als schapen zonder herder, en Hij onderwees hen langdurig. 35 Toen er al veel tijd was verstreken, kwamen zijn leerlingen naar Hem toe en zeiden: ‘Dit is een afgelegen plaats en het is al laat. 36 Stuur hen weg, dan kunnen ze naar de dorpen en gehuchten in de omtrek gaan om eten voor zichzelf te kopen.’ 37 Maar Hij zei: ‘Geven jullie hun maar te eten!’ Ze vroegen Hem: ‘Moeten wij dan voor tweehonderd denarie brood gaan kopen om hun te eten te geven?’ 38 Toen zei Hij: ‘Hoeveel broden hebben jullie bij je? Ga eens kijken.’ Ze gingen kijken en zeiden: ‘Vijf, en twee vissen.’ 39 Hij zei tegen hen dat ze de mensen opdracht moesten geven om in groepen in het groene gras te gaan zitten. 40 Ze gingen zitten in groepen van honderd en groepen van vijftig. 41 Hij nam de vijf broden en de twee vissen, keek omhoog naar de hemel, sprak het zegengebed uit, brak de broden en gaf ze aan zijn leerlingen om ze aan de menigte uit te delen; ook de twee vissen verdeelde Hij onder allen die er waren. 42 Iedereen at en werd verzadigd. 43 Ze haalden de overgebleven stukken brood op, waar wel twaalf manden mee konden worden gevuld, en ook wat er over was van de vissen. 44 Vijfduizend mensen hadden van de broden gegeten.
- Zingen NLB 383 (Zeven was voldoende, vijf en twee)
1 Zeven was voldoende,
vijf en twee,
zeven was voldoende,
Voor vijfduizend
Op de heuvels langs de zee.
2 Zeven is voldoende,
toen en nu,
zeven is voldoende
alle dagen van ons leven,
dank zij U.
3 Zeven is voldoende,
brood en vis,
Jezus is voldoende
voor ons allen
als de kring gesloten is.
4 Voed ons met uw leven,
vis en brood,
alle zeven dagen,
Gij verzadigt allen
met uw offerdood.
5 Want Gij zijt de eerste,
rond alom,
ja, Gij zijt de eerste
en de laatste,
kom, o Here Jezus - kom!
Overweging
Zingen NLB 995 (O Vader, trek het lot U aan)
1 O Vader, trek het lot U aan
van allen die door U bestaan.
Gij die geen stenen geeft voor brood,
wees met uw kinderen in nood;
en stil, God die rechtvaardig zijt,
de honger naar gerechtigheid.
2 O Vader, trek het leed U aan
van allen die met ons bestaan.
Gij hebt toch gezegd: geef gij hun brood;
doe ons hun naasten zijn in nood,
opdat zij weten wie Gij zijt:
de God van hun gerechtigheid.
Lezen als geloofsbelijdenis NLB 973
1. Om voor elkaar te zijn uw oog en oor,
te zien wie niet gezien wordt, niet gehoord,
en op te vangen wie zijn thuis verloor,
halleluja,
2. om voor elkaar te zijn uw hand en voet,
te helpen wie geen helper had ontmoet:
wie dorst of hongert wordt getroost, gevoed,
halleluja,
3. om voor elkaar te zijn uw hart en mond,
om op te komen voor wie is verstomd,
voor wie gevangen zit of is gewond,
halleluja,
4. roept U ons, Christus, uw gezicht te zijn,
gerechtigheid en vrede, brood en wijn,
uw liefde, hoop, geloof – uw zonneschijn.
Halleluja!
Zingen NLB 969: 1 en 4 (In Christus is noch west noch oost)
1 In Christus is noch west noch oost
in Hem noch zuid noch noord,
één broederschap rust in zijn troost,
één wereld in zijn woord.
4 Laat zuid en noord nu zijn verblijd,
Hem prijzen west en oost.
Aan Christus hoor de wereld wijd,
in Hem is zij vertroost.
Gebed (met Zingen Onze Vader, NLB 1006 (Elise Mannah)
Zingen NLB 422 (Laat de woorden, die we hoorden)
1 Laat de woorden
die we hoorden
klinken in het hart,
Laat ze vruchten dragen
alle, alle dagen
door uw stille kracht.
2 Laat ons weten,
nooit vergeten
hoe U tot ons spreekt:
sterker dan de machten
zijn de zwakke krachten,
vuur dat U ontsteekt.
3 Laat ons hopen,
biddend hopen,
dat de liefde wint.
Wil geloof ons geven
dat door zo te leven
hier Gods rijk begint.
Zegen
