Liturgie

Nieuwe alinea

Liturgie 28-07-2024

Liturgie zondag 28 juli 2024

 

Inloop vanaf 10:30 uur 
Aanvangstijd: 11:00 uur 
Voorganger: Ds. G. Rol uit Zuidhorn
Oppas en kindernevendienst
Organist: Piet van Zuiden

Thema van de dienst: Leven met lef

 

Lied voor de dienst: lied 906: 1,6 en 8

 

1         God is tegenwoordig, God is in ons midden,

laat ons diep in 't stof aanbidden.

God is in ons midden, laat nu alles zwijgen

alles in ons voor Hem neigen.

Wie de stem heeft tot Hem

sla de ogen neder, geve 't hart Hem weder.

 

6         Streel Gij met uw stralen, God van licht en leven,

mijn gezicht tot U geheven.

Evenals de bloemen voor het zonlicht buiten

zo gewillig zich ontsluiten,

zo laat Gij, / zon van mij,

in uw licht mij groeien

voor U openbloeien.

 

8         Heer kom in mij wonen, zij mijn hart en leven,

U ten heiligdom gegeven.

Gij die zo nabij zijt, wend mij toe uw wezen,

dat Ge in mij uw beeld kunt lezen.

Waar ik ga zit of sta,

laat mij U aanschouwen,

met een stil vertrouwen.

                                                           

Welkom en mededelingen

 

Aanvangslied:  Zingenderwijs 111,

melodie van lied 248 (de dag door uwe gunst ontvangen) Allen:

1         God, nu wij hier samen komen

op deze dag, in deze kerk,

laat nu uw Geest ons binnenstromen.

God, open ons hart en maak ons sterk.

 

2         Opdat de woorden die wij horen,

opdat de taal die wij verstaan,

veel dieper gaat dan onze oren

en in ons hart zal binnengaan.

 

3         Laat hier en nu en straks en morgen

Uw Geest ons leiden tot de daad,

zodat uw woord ervoor zal zorgen

dat U uw wereld nooit verlaat.

 

4         Want door uw woord en Geest en zegen

zijn wij gemeente in uw Naam,

wijs dus aan ons de goede wegen

door woord en Geest in Jezus’ Naam.

 

Bemoediging en groet

 

Klein Gloria

 

Als kyriegebed zingen wij: lied 942

1         Ik sta voor U in leegte en gemis,

vreemd is uw naam onvindbaar zijn uw wegen.

Gij zijt mijn God, sinds mensenheugenis -

dood is mijn lot, hebt Gij geen andere zegen?

Zijt Gij de God bij wie mijn toekomst is?

Heer, ik geloof, waarom staat Gij mij tegen?

 

2         Mijn dagen zijn door twijfel overmand,

ik ben gevangen in mijn onvermogen.

Hebt Gij mijn naam geschreven in uw hand,

zult Gij mij bergen in uw mededogen?

Mag ik nog levend wonen in uw land,

mag ik U eenmaal zien met nieuwe ogen?

 

3         Spreek Gij het woord dat mij vertroosting geeft,

dat mij bevrijdt en opneemt in uw vrede.

Open die wereld die geen einde heeft,

wil alle liefde aan uw mens besteden.

Wees Gij vandaag mijn brood, zowaar Gij leeft -

Gij zijt toch zelf de ziel van mijn gebeden.

 

Leefregel

 

Glorialied: lied 985: 1,2 en 3 

1         Heilig, heilig, heilig, hemelhoog verheven

Boven ons mensen: de naam van God, de Heer!

Heilig, heilig, heilig, Schepper van de wereld,

Mensen beneden zingen U de eer!

 

2         Heilig, heilig, heilig, maker van de sterren

Zonnen en manen en heel het firmament!

Heilig, heilig, heilig, mateloze ruimte,

Machten en krachten, maak uw naam bekend!

 

3         Heilig, heilig, heilig, bron van alle leven,

Bloemen en bomen en al wat adem heeft!

Heilig, heilig, heilig, Vader van ons allen,

Eerste en laatste, U dankt al wat leeft!

 

Inleiding op de dienst

 

Gebed om Gods Geest
 

Lezing: Deuteronomium 8: 7-20

Straks brengt de HEER, uw God, u naar een goed land, een land van beken, bronnen en waterstromen, die ontspringen in de valleien en op de bergen, 8 een land van tarwe en gerst, van wijnstokken, vijgenbomen en granaatappelbomen, een land van olijven en honing, 9 een land waar u niet slechts schamel brood zult eten, maar waar het u aan niets zal ontbreken, een land waar u ijzer vindt in het gesteente en waar u koper delft uit de bergen. 10 Wanneer u daar volop te eten hebt, dank de HEER, uw God, dan voor het goede land dat Hij u gegeven heeft. 11 Zorg ervoor dat u Hem niet vergeet, waardoor u zijn geboden, wetten en regels, die ik u vandaag voorhoud, zou veronachtzamen. 12 Wanneer u volop te eten hebt en mooie huizen bouwt om in te wonen, 13 wanneer u steeds meer runderen, schapen en geiten krijgt, steeds meer goud en zilver, wanneer uw hele bezit toeneemt, 14 mag u daardoor niet hoogmoedig worden en de HEER, uw God, niet vergeten. Was Hij het niet die u uit de slavernij in Egypte bevrijdde; 15 die u veilig door die grote, verschrikkelijke woestijn leidde, dat dorre land waar geen water te vinden is en waar giftige slangen en schorpioenen huizen; die voor u water liet ontspringen uit de steenharde rots; 16 die u in de woestijn manna te eten gaf, voedsel dat uw voorouders nog nooit hadden gezien – en dat alles om u te laten buigen voor zijn macht en u op de proef te stellen, zodat Hij u later zou kunnen zegenen? 17 En dan zou u bij uzelf denken: Al die voorspoed hebben we op eigen kracht verworven!? 18 Nee, u moet beseffen dat het de HEER, uw God, is die u in staat stelt om die welvaart te verwerven, omdat Hij zijn verbond gestand wil doen, alles wat Hij uw voorouders onder ede heeft beloofd. Zo heeft Hij dat gedaan, tot op de dag van vandaag.

19 Maar als u de HEER, uw God, toch vergeet en achter andere goden aan loopt, ze vereert en voor ze neerknielt – ik waarschuw u op voorhand dat u dan zeker zult omkomen. 20 Het zal u net zo vergaan als de volken die de HEER ter wille van u uitroeit: u zult omkomen omdat u niet naar Hem hebt geluisterd. 
En enkele verzen uit Mattheus 6 7 

 

 

Zingen: lied 316: 1 en 4 

Het woord dat U ten leven riep

is niet te hoog is niet te diep

voor mensen die ’t zo traag beamen.

Het is een teken in uw hand,

een licht dat in uw ogen brandt.

Het roept u dag aan dag bij name.

 

Het woord van liefde, vred’en recht

is in uw eigen mond gelegd,

is in uw eigen hart geschreven

Rondom u klinkt de stem van God:

vrijspraak, vertroosting en gebod

vlak vóór u ligt de weg ten leven.

 

Overdenking

 

Zingen: lied 315: 1 ,2 en 3,

1         Heb dank, o God van alle leven

die zijt alleen Uzelf bekend

dat Gij uw woord ons hebt gegeven

uw licht en liefd’ ons toegewend

Nu rijst uit elke nacht uw morgen

Nu wijkt uw troost niet meer van de aard’

En wat voor wijzen bleef verborgen

werd kinderen geopenbaard

 

2         En of een mens al diep verloren

en ver van U verzworven is

Gij noemt zijn naam, hij is herboren

vernieuwd door uw getuigenis

Uw woord, dat spreekt in alle talen

heeft uit het graf ons opgericht

doet ons in vrijheid adem halen

en leven voor uw aangezicht

 

3         Gemeente, aan wier aardse handen

dit hemels woord is toevertrouwd

o draag het voort naar alle landen

vermenigvuldigd duizendvoud

Een stem zegt: roep. Wat zoudt gij roemen

op mensengunst of heerlijkheid

’t Verwaait als gras en weidebloemen

Gods woord bestaat in eeuwigheid

 

Gebeden

 

Dirigeerstok van Louis Zuidema

Collecte

 

Slotlied: lied 416: 1,2, 3 en 4

1            Ga met God en Hij zal met je zijn

jou nabij op al je wegen

met Zijn raad en troost en zegen.

Ga met God en Hij zal met je zijn.

 

2         Ga met God en Hij zal met je zijn

bij gevaar, in bange tijden

over jou Zijn vleugels spreiden

Ga met God en Hij zal met je zijn

 

3         Ga met God en Hij zal met je zijn:

in zijn liefde je bewaren,

in de dood je leven sparen.

Ga met God en Hij zal met je zijn.

 

4         Ga met God en Hij zal met je zijn

tot wij weer elkaar ontmoeten

in Zijn naam elkaar begroeten

Ga met God en Hij zal met je zijn

 

Zegen

Share by: