Download hier de liturgie:

Liturgie 06 april, Witte Donderdag, 2023

Liturgie 06 april, Witte Donderdag, 2023

 

Zondag  21 april 2024 

Liturgie zondag 21 april 2024, Munnekezijl

 

Inloop vanaf 10:30 uur

Aanvangstijd: 11:00 uur

Voorganger: Da. G. Rol uit Zuidhorn

Oppas en kindernevendienst

Organist: Johan Kramer

 

 

Voor de dienst: Ik zal er zijn, Sela 

 

Welkom en mededelingen

 

Aanvangslied psalm 72: 1,4 en 6

1. God, laat de koning goed regeren,

met recht en met beleid.

Wil hem de wijze wetten leren

van uw gerechtigheid.

Dan zal uw volk in vrede leven,

dan wordt er recht gedaan:

verdrukten zal hij redding geven,

verdrukkers pakt hij aan.

 

4. Wie tot hem roept zal hij bevrijden;

wie zwak is staat hij bij.

Voor wie geen hulp heeft zal hij strijden;

wie vast zit maakt hij vrij.

Wie arm zijn of door zorg gebogen,

verdrukt of diep in nood –

hun bloed is kostbaar in zijn ogen.

Hij redt hen van de dood.

 

6. De stad mag groei en bloei beleven

zoals een frisse plant.

De koning staat hoog aangeschreven;

zijn naam klinkt door het land.

Zolang de zon voor ons blijft rijzen

blijft ook zijn naam ons bij.

Elk volk zal hem gelukkig prijzen

en wenst te zijn als hij.

 

Bemoediging en groet

 

Kyriegebed

 

Glorialied: lied 755

1          Toch overwint eens de genade,

en maakt een einde aan de nacht.

Dan onderwerpt de Heer het kwade,

dan is de strijd des doods volbracht.

De wereld treedt in 's Vaders licht,

verheerlijkt voor zijn aangezicht.

 

2          O welk een vreugde zal het wezen,

als Hem elk volk is toegedaan;

uit aard' en hemel opgerezen

vangt dan het nieuwe loflied aan.

Als ieder voor de Heer zich buigt

en aller stem Gods lof getuigt.

 

Leefregel

 

Gesprek met de kinderen

 

Gebed om Gods Geest

 

We zingen: we gaan voor even uit elkaar.

 

Inleiding op de dienst

 

We lezen: Ezechiël 34: 1-6, 15-23

1De HEER richtte zich tot mij: 2‘Mensenkind, profeteer tegen de herders van Israël, profeteer en zeg tegen hen: “Dit zegt God, de HEER: Wee jullie, herders van Israël, want jullie hebben alleen jezelf geweid! Horen herders niet hun schapen te weiden? 3Jullie eten wel van hun kaas, jullie gebruiken hun wol voor je kleren en jullie slachten de vette dieren, maar de schapen weiden, dat doen jullie niet. 4Zwakke dieren hebben jullie niet laten aansterken, zieke dieren niet genezen, gewonde dieren niet verbonden, verjaagde dieren niet teruggehaald, verdwaalde dieren niet gezocht – jullie hebben de dieren hard en wreed behandeld. 5Zonder herder raakten ze verstrooid, en werden ze door wilde dieren verslonden. Mijn schapen zijn verstrooid, 6ze dwalen rond in de bergen en hoog in de heuvels; over heel het aardoppervlak raken ze verstrooid, en er is niemand die naar ze omziet, niemand die naar ze op zoek gaat.

15Ikzelf zal mijn schapen weiden en ze laten rusten – spreekt God, de HEER. 16Ik zal naar verdwaalde dieren op zoek gaan, verjaagde dieren terughalen, gewonde dieren verbinden, zieke dieren gezond maken – maar de vette en sterke dieren zal ik doden. Ik zal ze weiden zoals het moet.

17Wat jullie betreft, mijn schapen, dit zegt God, de HEER: Ik zal rechtspreken tussen het ene schaap en het andere, tussen rammen en bokken. 18Is het jullie niet genoeg dat jullie op de beste weide grazen? En dat jullie vertrappen wat er van het gras nog over is? Dat jullie het heldere water opdrinken en de rest met jullie poten troebel maken? 19Mijn schapen moeten eten van wat jullie hebben vertrapt, en drinken van wat jullie met je poten troebel hebben gemaakt. 20Daarom – dit zegt God, de HEER, over jullie: Ik zal rechtspreken tussen de vette en de magere schapen. 21Jullie dringen alle zwakke dieren met je flank en schouder weg, jullie stoten ze met je horens om ze te verjagen, 22en daarom zal ik mijn schapen te hulp komen; ze zullen niet langer worden weggeroofd. Ik zal rechtspreken tussen de schapen.

23Ik zal een andere herder over ze aanstellen, een die ze wél zal weiden: David, mijn dienaar. Hij zal ze weiden, hij zal hun herder zijn.

 

We zingen: lied 23a : 1 en 2

1          De HEER is mijn Herder!

’k Heb al wat mij lust.

Hij zal mij geleiden

naar grazige weiden.

Hij voert mij al zachtkens

aan waatren der rust.

2          De HEER is mijn Herder!

Hij waakt voor mijn ziel,

Hij brengt mij op wegen

van goedheid en zegen,

Hij schraagt me_als ik wankel,

Hij draagt me_als ik viel.

 

We lezen: Johannes 10:11-18

11Ik ben de goede herder. Een goede herder geeft zijn leven voor de schapen. 12Een huurling, iemand die geen herder is, en die niet de eigenaar van de schapen is, laat de schapen in de steek en slaat op de vlucht zodra hij een wolf ziet aankomen. De wolf valt de kudde aan en jaagt de schapen uiteen; 13de man is een huurling en de schapen kunnen hem niets schelen. 14Ik ben de goede herder. Ik ken mijn schapen en mijn schapen kennen mij, 15zoals de Vader mij kent en ik de Vader ken. Ik geef mijn leven voor de schapen. 16Maar ik heb ook nog andere schapen, die niet uit deze schaapskooi komen. Ook die moet ik hoeden, ook zij zullen naar mijn stem luisteren: dan zal er één kudde zijn, met één herder. 17De Vader heeft mij lief omdat ik mijn leven geef, om het ook weer terug te nemen. 18Niemand neemt mijn leven, ik geef het zelf. Ik ben vrij om het te geven en om het weer terug te nemen – dat is de opdracht die ik van mijn Vader heb gekregen.’

 

We zingen: lied 23 c 1,2,3 en 5

1          Mijn God, mijn herder, zorgt voor mij,

wijst mij een groene streek;

daar rust ik aan een stille stroom -

en niets dat mij ontbreekt.

 

2          Hij geeft mijn ziel weer nieuwe kracht,

doet mij zijn wegen gaan,

de paden van gerechtigheid,

ter ere van zijn naam.

 

3          Al moet ik door het doodsravijn,

U gaat steeds aan mijn zij.

Ik vrees geen kwaad, uw herderstaf

geeft steun en veiligheid.

 

5          Uw trouw en goedheid volgen mij,

uw liefde, dag aan dag;

en wonen zal ik in Gods huis

zolang ik leven mag.

 

Overdenking

 

Gebed om zegen

 

 

Gebeden

 

Collecte

 

De kinderen komen terug

 

We zingen als slotlied: lied 653: 6 en 7

6          Gij zijt tot herder ons gegeven,

wij zijn de schapen die Gij weidt;

waar Gij ons leidt is 't goed te leven,

Heer, die ons voorgaat door de tijd.

Wie bij U blijft en naar U ziet,

verdwaalt in deze wereld niet.

 

7          O Christus, ons van God gegeven,

Gij tot in alle eeuwigheid

de weg, de waarheid en het leven,

Gij zijt de zin van alle tijd.

Vervul van dit geheimenis

uw kerk die in de wereld is.

 

Zegen 

 

 

 

 

 

Donderdag 28 maart 2024 

Liturgie Witte donderdag 2024, Munnekezijl

Thema van de dienst: Gelukkig zul je zijn, als je dit begrijpt en er ook naar handelt

 

Aanvangstijd: 19:30 uur

Voorganger:  Da. Rol uit Zuidhorn

Organist: Piet van Zuiden

 

 

 

Welkom en mededelingen

 

We zingen psalm 111: 1 en 2

 

1         Looft, Hallelujah, looft den HEER!

Mijn ganse hart verheft Zijn eer;

Ik zal Zijn naam en grootheid prijzen;

'k Zal, met d' oprechten onderling

Vereend, in hun vergadering

En raad, Hem plechtig eer bewijzen.

 

2         Des HEEREN werken zijn zeer groot;

Wie ooit daarin zijn lust genoot,

Doorzoekt die ijv'rig en bestendig;

Zijn doen is enkel majesteit,

Aanbiddelijke heerlijkheid,

En Zijn gerechtigheid onendig.

 

Bemoediging en groet

 

Inleiding op de dienst

 

We bidden ons gebed om Gods Geest

 

We lezen: Johannes 13: 1-17

 

Jezus wast de voeten van de leerlingen

1  Het was kort voor het pesachfeest. Jezus wist dat zijn tijd gekomen was en dat Hij uit de wereld terug zou keren naar de Vader. Hij had de mensen die Hem in de wereld toebehoorden lief, en zijn liefde voor hen zou tot het uiterste gaan. 2 Jezus en zijn leerlingen hielden een maaltijd. De duivel had intussen Judas, de zoon van Simon Iskariot, ertoe aangezet om Jezus uit te leveren. 3  Jezus, die wist dat de Vader Hem alle macht had gegeven en dat Hij van God was gekomen en weer naar God terug zou gaan, 4  stond tijdens de maaltijd op. Hij legde zijn bovenkleed af, sloeg een linnen doek om 5 en goot water in een waskom. Hij begon de voeten van zijn leerlingen te wassen, en droogde ze af met de doek die Hij omgeslagen had. 6 Toen Hij bij Simon Petrus kwam, zei deze: ‘U wilt toch niet mijn voeten wassen, Heer?’ 7  Jezus antwoordde: ‘Wat Ik doe, begrijp je nu nog niet, maar later zul je het wel begrijpen.’ 8 ‘O nee,’ zei Petrus, ‘míjn voeten zult U niet wassen, nooit!’ Jezus zei: ‘Als Ik ze niet mag wassen, kun je niet bij Mij horen.’ 9 ‘Dan niet alleen mijn voeten, Heer,’ antwoordde Simon Petrus, ‘maar ook mijn handen en mijn hoofd!’ 10  Hierop zei Jezus: ‘Wie gebaad heeft hoeft alleen nog zijn voeten te wassen, hij is al helemaal rein. Jullie zijn dus rein – maar niet allemaal.’ 11  Hij wist namelijk wie Hem zou uitleveren, daarom zei Hij dat ze niet allemaal rein waren.

12 Toen Hij hun voeten gewassen had, deed Hij zijn bovenkleed aan en ging weer naar zijn plaats. ‘Begrijpen jullie wat Ik gedaan heb?’ vroeg Hij. 13 ‘Jullie zeggen altijd “meester” en “Heer” tegen Mij, en terecht, want dat ben Ik ook. 14  Als Ik, jullie Heer en jullie meester, je voeten gewassen heb, moet je ook elkaars voeten wassen. 15 Ik heb een voorbeeld gegeven; wat Ik voor jullie heb gedaan, moeten jullie ook doen. 16  Werkelijk, Ik verzeker jullie, een slaaf is niet meer dan zijn meester, en een afgezant niet meer dan wie hem zendt. 17 Je zult gelukkig zijn als je dit niet alleen begrijpt, maar er ook naar handelt.

 

We zingen: lied 569; 1,2,3 en 4

 

1         Toen Jezus wist: nu is gekomen

het uur om door de nacht te gaan,

heeft Hij een linnen doek genomen

en water in een schaal gedaan.

 

2         Hij gaf ons zwijgende een teken

en kwam ons voet voor voet nabij,

Hij deed het water van zich spreken,

het stort zich uit en reinigt mij.

 

3         Zo is de Heer een knecht geworden

en tot de bodem toe gegaan

om ons met ootmoed te omgorden,

Hij doet ons zijn geringheid aan.

 

4         Heer van mijn hart, U bent gekomen

de nacht door naar uw grote dag,

ik heb in eenvoud aangenomen

dat ik U daarin volgen mag.

 

Overdenking

 

We luisteren via you tube naar het lied: Toon mij uw liefde

 

 

Gebeden

 

Collecte
 

Als overgang naar het Avondmaal zingen we : Gedenken wij dankbaar de daden des Heren, op de melodie van Wilt heden nu treden

 

 

2         Hoe hadden wij onze bestemming vernomen,

            was Jezus de weg niet ten einde gegaan.

            Wie zouden wij zijn, als Hij niet was gekomen

            om in zijn lichaam onze dood te doorstaan.

 

3         Hoe zouden wij ooit voor elkaar kunnen leven,

            had Hij ons de liefde niet voorgeleefd,

            die tot de dood zich prijs heeft willen geven,

            die, Zoon van God, ons aller slaaf is geweest.

 

4         Gij eerste der mensen, die weerloos en eenzaam

            als graan in de aarde gestorven zijt,

            Gij wordt ons brood, maak ons met U gemeenzaam,

              van harte maak tot wederdienst ons bereid.

 

 

Dienst van de Tafel

 

Het tafelgebed, afgesloten met het  gezamenlijk bidden van het Onze Vader

 

We zingen: Dit is het Brood voor onderweg    (mel. lied 302)

 

Dit is het brood voor onderweg,

dat honger stilt door breken.

Wie gaat de lange vredesweg,

die zal geen wijn ontbreken.

Het is de Heer die voor ons ging;

Een Maaltijd van herinnering.

Hij at en dronk met vrienden.

 

Bij ons is Eén ooit opgestaan

uit diepe moedeloosheid:

bij ons heeft Één ooit goed gedaan:

Hij overwon de boosheid.

Hij schonk de wijn en gaf Zijn bloed,

hij brak het brood tot overvloed;

de beste wijn voort laatste.

 

We gaan met elkaar in een kring rondom de viertafel staan

Na de instellingswoorden gaan brood en wijn rond

 

We bidden ons dankgebed

 

We gaan terug naar onze plaats

 

We zingen zittend:  Die alle eer heeft afgelegd (melodie lied 512)

 

  1. Die alle eer heeft afgelegd,

ontkleed van waardigheid,

ons metterdaad hebt toegezegd

de weg der dienstbaarheid.

 

  1. Die zich voor mensen heeft omgord,

aan ons zich heeft gehecht.

De herder die zelf lam ook wordt.

De heer bukt als een knecht.

 

  1. Het zuiver wit van deze dag,

van lijden wordt het rood

verraad en kruis, het zwarte graf:

Zijn liefde tot de dood.

 

  1. God laat niet los wat ooit uw hand

begon en teder schiep,

de uittocht uit het diepste land

gaat voort omdat Gij riep.

 

  1. Die alle eer hebt afgelegd,

ontkleed in kwetsbaarheid,

ons door uw dood hebt toegezegd

de weg der heerlijkheid.

 

  1. Gebroken brood van deze dag,

Zo rood als bloed de wijn,

Gedenken wij hoe Hij ons gaf

In Gods Naam vrij te zijn.

 

We bidden samen het avondgebed

 

Heer, blijf bij ons,

want het is avond en de nacht zal komen.

Blijf bij ons en bij uw ganse Kerk

aan de avond van de dag,

aan de avond van het leven,

aan de avond van de wereld.

 

Blijf bij ons met uw genade en goedheid,

met uw troost en zegen,

met uw woord en sacrament.

Blijf bij ons wanneer over ons komt

de nacht van beproeving en van angst,

de nacht van twijfel en aanvechting,

de nacht van de strenge, bittere dood.

Blijf bij ons in leven en in sterven,

in tijd en eeuwigheid.

Amen.

 

(Maarten Luther)

 

 

 

Maandag 25 december 2023 

1ste Kerstdag

 

Liturgie maandag 25 december 2023,

Kerstnachtdienst

 

Inloop vanaf: 11:00 uur

Aanvang dienst: 11.00 uur

Voorganger: José Kruize uit Oudeschip

Organist: Johan Kramer

_________________________________________________________________________

 

 

Liturgie 1ste kerstdag

 

 

Liturgie 1e kerstdag 2023, Munnekezijl

Thema: Ga mee naar het licht!

 

Welkom door ouderling van dienst

 

Zingen: Komt allen tezamen

 

Komt allen tezamen,

Jubelend van vreugde

Komt nu, oh komt nu naar Bethlehem

Ziet nu de vorst der eng’len hier geboren

Komt laten wij aanbidden

komt laten wij aanbidden

komt laten wij aanbidden die Koning

 

De hemelse englen

Riepen eens de herders

Weg van de kudde naar ’t schamel dak

Spoeden ook wij ons met eerbiedige schreden

Komt laten wij aanbidden

komt laten wij aanbidden

komt laten wij aanbidden die Koning

 

Het licht van de Vader,

Licht van de beginne,

Zien wij omsluierd, verhuld in ’t vlees;

Goddelijk kind, gewonden in de doeken!

Komt laten wij aanbidden

komt laten wij aanbidden

komt laten wij aanbidden die Koning

 

O kind, ons geboren

Liggend in de kribbe

Neem onze liefd’ in genade aan

U die ons liefhebt

U behoort ons harte

Komt laten wij aanbidden

komt laten wij aanbidden

komt laten wij aanbidden die Koning

 

Votum en groet

 

Zingen: Lied 1005, Zoekend naar licht

 

Zoekend naar licht hier in het duister,

zoeken wij U, waarheid en kracht.

Maak ons uw volk, heilig, vol luister,

schijn in de donkere nacht.

 

Christus, ons licht,

schijn door ons heen, schijn in het duister.

Christus, ons licht,

schijn ook vandaag, hier in uw huis.

 

Zoekend naar rust zijn wij vol zorgen,

zoekend naar hoop, troost in uw woord.

Spreek door ons heen tot de verdrukten,

zo wordt uw stem gehoord.

 

Christus, ons licht,

schijn door ons heen, schijn in het duister.

Christus, ons licht,

schijn ook vandaag, hier in uw huis.

 

Met zoveel gaven aan ons gegeven,

voor zoveel leed, zoveel gemis.

Maak ons uw dienaars, leer ons te delen,

totdat uw rijk hier is.

 

Christus, ons licht,

schijn door ons heen, schijn in het duister.

Christus, ons licht,

schijn ook vandaag, hier in uw huis.

 

Gebed

 

Gedicht (Abeltje Schievink)

 

Het licht

In ben het licht van de wereld, zegt Jezus

Wie mij volgt, zal in het licht leven

En zich nooit meer in het duister begeven.

 

Wat een troost om dit te mogen weten

Dat Jezus het licht voor ons wil zijn

In alle blijdschap maar ook in pijn.

 

Dat er licht mag zijn in onze ogen

We elkaar mogen zien en begroeten

Ook in liefde elkaar zullen ontmoeten

 

Jezus wil ons leven verlichten

Hem mogen we volgen op onze wegen

Hij is ons altijd nabij met Zijn zegen

Het licht van de wereld geeft ons helderheid

De duisternis moet van ons wijken

En Gods zuivere licht zal ons bereiken

 

Wij mogen leven in het licht

Want bij God is geen duisternis

Dat is helder, zeker en gewis.

 

 

Zingen: Wij trekken in een lange stoet

 

Wij trekken in een lange stoet op weg naar Bethlehem

Wij gaan uw koning tegemoet o stad Jeruzalem

Gezegend die zijn komst begroet en knielen wil voor hem

Wij loven U, Koning en Heer Koning en Heer,

wij loven U Koning en Heer

 

Al bent U nu nog maar een kind zo hulpeloos en klein

Wij weten dat het rijk begint waarvan u Heer zult zijn

Een rijk waarin de vrede wint van oorlog en van pijn

Wij loven U, Koning en Heer Koning en Heer,

wij loven U Koning en Heer

 

 

Wij gaan op weg naar Bethlehem Daar ligt hij in een stal

Die koning in Jeruzalem voor eeuwig wezen zal

Laat klinken dan met luider stem en blij bazuingeschal

Wij loven U, Koning en Heer Koning en Heer,

wij loven U Koning en Heer

 

Bijbellezen: (Cora Schutter)

Gen 1: 1-5

Gen 1: 14-19

Psalm 27: 1

Joh 1: 1-9

Joh 8: 12

Lucas 2:8-14

 

Gen 1:1-5

In het begin maakte God de hemel en de aarde.

De aarde was leeg en verlaten. Overal was water, en alles was donker. En er waaide een hevige wind over het water. Toen zei God: ‘Er moet licht komen.’ En er kwam licht. God zag hoe mooi het licht was. Hij scheidde het licht en het donker. Het licht noemde hij ‘dag’ en het donker noemde hij ‘nacht’. Toen werd het avond en het werd ochtend. Dat was de eerste dag.

Gen 1:14-19

God zei: ‘Er moeten lichten aan de hemel komen om verschil te maken tussen de dag en de nacht. Die lichten moeten laten zien welk seizoen het is, en welke dag en welk jaar. En ze moeten licht geven op aarde.’ En zo gebeurde het. God maakte de twee grote lichten. De zon om overdag te schijnen, en de maan om ’s nachts te schijnen. God maakte ook de sterren. Hij zette de zon en de maan aan de hemel om licht te geven op de aarde. En om het verschil aan te geven tussen dag en nacht, en tussen licht en donker. God zag hoe mooi het was.

Toen werd het avond en het werd ochtend. Dat was de vierde dag.

Psalm 27: 1

Een lied van David.

De Heer helpt mij altijd,

Hij is als een licht in het donker.

Ik ben voor niemand bang.

Bij de Heer ben ik veilig,

daarom heb ik geen angst.

Joh 1: 1-9

In het begin was Gods Zoon er al. Hij was bij God, en Hij was zelf God. In het begin was Hij al bij God. Alles is door Hem ontstaan. Zonder Hem zou er niets zijn.

Al het leven komt van Hem. Het leven dat Hij brengt, is het licht voor de mensen. Hij is het licht dat schijnt in het donker. En het licht heeft het gewonnen van het donker.

Er kwam een man die door God gestuurd was. Hij heette Johannes. Hij kwam om te vertellen over het ware licht. Want alle mensen moesten in dat licht gaan geloven. Johannes was niet zelf het licht, maar hij kwam om over het licht te vertellen. Gods Zoon is het ware licht, dat schijnt voor alle mensen. Hij kwam naar de wereld, die hij zelf gemaakt had.

Joh 8: 12

Later sprak Jezus opnieuw tegen de mensen. Hij zei: ‘Ik ben het licht voor de wereld. Als je mij volgt, leef je niet meer in het donker. Dan hoor je bij het licht dat leven geeft.’

Lucas 2:8-14

Niet ver daarvandaan brachten herders de nacht door in het veld, ze hielden de wacht bij hun kudde. Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en werden ze omgeven door het stralende licht van de Heer, zodat ze hevig schrokken. De engel zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen, dat het hele volk met grote vreugde zal vervullen: vandaag is in de stad van David jullie redder geboren. Hij is de Messias, de Heer. Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in een doek gewikkeld in een voederbak ligt.’ En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met de woorden: ‘Eer aan God in de hoogste hemel

en vrede op aarde voor alle mensen die hij liefheeft.’

 

Zingen: Hoor de engelen zingen de eer!

 

Hoor de engelen zingen d'eer van de nieuwgeboren Heer!

Vreed' op aarde, 't is vervuld: God verzoent der mensen schuld.

Voegt u, volken, in het koor, dat weerklinkt de hemel door,

Zingt met algemene stem voor het kind van Bethlehem!

Hoor de engelen zingen d'eer van de nieuwgeboren Heer!

 

Hij, die heerst op 's hemels troon, Here Christus, Vaders Zoon,

Wordt geboren uit een maagd op de tijd die God behaagt.

Zonne der gerechtigheid, woord dat vlees geworden zijt,

Tussen alle mensen in in het menselijk gezin.

Hoor, de eng'len zingen d'eer van de nieuwgeboren Heer!

 

Lof aan U die eeuwig leeft en op aarde vrede geeft,

Gij die ons geworden zijt taal en teken in de tijd,

Al uw glorie legt Gij af ons tot redding uit het graf,

Dat wij ongerept en rein nieuwgeboren zouden zijn.

Hoor, de eng'len zingen d'eer van de nieuwgeboren Heer!

 

Overdenking

 

Luisterlied tijdens overdenking: God roept ons (Sela)

 

 

Zingen: Komt verwondert u hier mensen

 

Komt verwondert u hier mensen
Ziet hoe dat u God bemint
Ziet vervuld der zielen wensen
Ziet dit nieuw geboren kind
Ziet die ’t woord is, zonder spreken
Ziet die vorst is, zonder pracht
Ziet die ’t al is, in gebreken
Ziet die ’t licht is, in de nacht
Ziet die ’t goed is, dat zo zoet is
Wordt verstoten, wordt veracht 

 

Ziet hoe dat men met Hem handelt
Hoe men Hem in doeken bindt
Die met zijne godheid wandelt
Op de vleugels van de wind
Ziet hoe ligt Hij hier in lijden
Zonder teken van verstand
Die de hemel moet verblijden
Die de kroon der wijsheid spant
Ziet hoe tere is de Here
Die ’t al draagt in zijne hand

O Heer Jesu, God en mense,
Die aanvaard hebt deze staat
Geef mij wat ik door U wense
Geef mij door uw kindsheid raad
Sterk mij door uw tere handen
Maak mij door uw kleinheid groot
Maak mij vrij door uwe banden
Maak mij rijk door uwe nood
Maak mij blijde door uw lijden
Maak mij levend door uw dood

Gebed

 

Collecte

 

Zingen: Ere zij God

 

Zegen

 

 

 

Zondag 24 december 2023 

Kerstnachtdienst

 

Liturgie zondag 24 december 2023,

Kerstnachtdienst

 

Aanvang dienst: 21.00 uur

Voorganger: José Kruize uit Oudeschip

m.m.v. Muziekvereniging Tida Kira 

_________________________________________________________________________

 

 

Liturgie Kerstnacht 2023

Thema: Onderweg naar het licht

 

Voorafgaand aan de dienst

Zingen: Nu daagt het in het Oosten

 

Nu daagt het in het oosten,
het licht schijnt overal:
Hij komt de volken troosten,
die eeuwig heersen zal.

De duisternis gaat wijken
van de eeuwenlange nacht.
Een nieuwe dag gaat prijken
met ongekende pracht.

Zij, die gebonden zaten
in schaduw van de dood,
van God en mens verlaten
begroeten ’t morgenrood.

De zonne, voor wier stralen
het nacht’lijk duister zwicht,
en die zal zegepralen,
is Christus, ’t eeuwig licht!

Reeds daagt het in het oosten,
het licht schijnt overal:
Hij komt de volken troosten,
die eeuwig heersen zal

Zingen: Stille nacht, heilige nacht

 

Stille nacht, heilige nacht,

Davids Zoon, lang verwacht,

die miljoenen eens zaligen zal,

wordt geboren in Bethlehems stal,

Hij, der schepselen Heer,

Hij, der schepselen Heer.

 

Hulploos Kind, heilig Kind,

dat zo trouw zondaars mint,

ook voor mij hebt Ge U rijkdom ontzegd,

wordt Ge op stro en in doeken gelegd.

Leer me U danken daarvoor.

Leer me U danken daarvoor.

 

Stille nacht, heilige nacht,

vreed' en heil wordt gebracht,

aan een wereld, verloren in schuld;

Gods belofte wordt heerlijk vervuld.

Amen, Gode zij eer!

 

Welkom (Opstaan)

Voorganger: Heil en vrede voor iedereen, van de eeuwige God en van Jezus Christus, mens als wij op deze aarde. Uit de stilte van nacht zijn wij gekomen

Allen: wij komen om erbij te zijn

Voorganger: Getuigen van een wonder

Allen: Wij verwelkomen dit kind, God met ons

Voorganger: toen en nu, alle dagen in ons leven,

Allen: Amen

 

Zingen: Kom allen tezamen

 

Komt allen tezamen,

Jubelend van vreugde

Komt nu, oh komt nu naar Bethlehem

Ziet nu de vorst der eng’len hier geboren

Komt laten wij aanbidden

komt laten wij aanbidden

komt laten wij aanbidden die Koning

 

De hemelse englen

Riepen eens de herders

Weg van de kudde naar ’t schamel dak

Spoeden ook wij ons met eerbiedige schreden

Komt laten wij aanbidden

komt laten wij aanbidden

komt laten wij aanbidden die Koning

 

Het licht van de Vader,

Licht van de beginne,

Zien wij omsluierd, verhuld in ’t vlees;

Goddelijk kind, gewonden in de doeken!

Komt laten wij aanbidden

komt laten wij aanbidden

komt laten wij aanbidden die Koning

 

O kind, ons geboren

Liggend in de kribbe

Neem onze liefd’ in genade aan

U die ons liefhebt

U behoort ons harte

Komt laten wij aanbidden

komt laten wij aanbidden

komt laten wij aanbidden die Koning

 

Gebed

 

Zingen: Kerstnacht boven Bethlehem

 

 

Zingen: O kom, Immanuel

 

O kom, o kom, Immanuël

Verlos uw volk, uw Israël

Herstel het van ellende weer

Zodat het looft uw naam, o Heer!

Weest blij, weest blij, o Israël!

Hij is nabij, Immanuël!

 

O kom, Gij sleutel Davids, kom

En open ons het heiligdom

Dat wij betreden uwe poort

Jeruzalem, o vredesoord!

Weest blij, weest blij, o Israël!

Hij is nabij, Immanuël!

 

O kom, die onze Heerser zijt

In wolk en vuur en majesteit

O Adonai die spreekt met macht

Verbreek het duister van de nacht

Weest blij, weest blij, o Israël!

Hij is nabij, Immanuel!

 

Bijbellezing: Cora Schutter

1e Lezing Jesaja 9:1-6

Het volk dat in duisternis ronddoolt ziet een schitterend licht. Zij die in het donker wonen worden door een helder licht beschenen. U hebt het volk weer groot gemaakt, diepe vreugde gaf u het, blijdschap als de vreugde bij de oogst, zij jubelen als bij het verdelen van de buit. Het juk dat op hen drukte, de stok op hun schouder, de zweep van de drijver, u hebt ze verbrijzeld, zoals Midjan destijds. Iedere laars die dreunend stampte en elke mantel waar bloed aan kleeft, ze worden verbrand, een prooi van het vuur. Een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven; de heerschappij rust op zijn schouders. Deze namen zal hij dragen:

Wonderbare raadsman, Goddelijke held, Eeuwige vader, Vredevorst. Groot is zijn heerschappij, aan de vrede zal geen einde komen. Davids troon en rijk zijn erop gebouwd, ze staan vast, in recht en gerechtigheid, van nu tot in eeuwigheid. Daarvoor zal hij zich beijveren, de HEER van de hemelse machten.

 

 

 

Zingen: Er is een roos ontloken

 

Er is een roos ontloken

uit barre wintergrond,

 zoals er was gesproken

 door der profeten mond.

 En Davids oud geslacht

 is weer opnieuw gaan bloeien

 in ’t midden van de nacht.

 

Die roos van ons verlangen,

 dat uitverkoren zaad,

 is door een maagd ontvangen

 uit Gods verborgen raad.

 Maria was bereid,

 toen Gabriël haar groette

 in ’t midden van de tijd.

 

Die bloem van Gods behagen

 heeft, naar Jesaja sprak,

 de winterkou verdragen

 als allerdorste tak.

 O roos als bloed zo rood,

 God komt zijn volk bezoeken

 in ’t midden van de dood.

 

Bijbellezing: Cora Schutter

2e lezing: Lucas 2: 1-20

In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af dat alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven. 2Deze eerste volkstelling vond plaats tijdens het bewind van Quirinius over Syrië. 3 Iedereen ging op weg om zich te laten inschrijven, ieder naar de plaats waar hij vandaan kwam. 4 Jozef ging van de stad Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad van David die Betlehem heet, aangezien hij van David afstamde, 5 om zich te laten inschrijven samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was. 6 Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan, 7 en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde hem in een doek en legde hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het nachtverblijf van de stad. 8Niet ver daarvandaan brachten herders de nacht door in het veld, ze hielden de wacht bij hun kudde. 9Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en werden ze omgeven door het stralende licht van de Heer, zodat ze hevig schrokken. 10De engel zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen, dat het hele volk met grote vreugde zal vervullen: 11vandaag is in de stad van David jullie redder geboren. Hij is de messias, de Heer. 12Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in een doek gewikkeld in een voederbak ligt.’ 13En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met de woorden: 14‘Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor alle mensen die hij liefheeft.’ 15Toen de engelen waren teruggegaan naar de hemel, zeiden de herders tegen elkaar: ‘Laten we naar Betlehem gaan om met eigen ogen te zien wat er gebeurd is en wat de Heer ons bekend heeft gemaakt.’ 16Ze gingen meteen op weg, en troffen Maria aan en Jozef en het kind dat in de voederbak lag. 17Toen ze het kind zagen, vertelden ze wat hun over dat kind was gezegd. 18Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat de herders tegen hen zeiden, 19maar Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken. 20De herders gingen terug, terwijl ze God loofden en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden, precies zoals het hun was gezegd.

 

Zingen: Nu zijt wellekome

 

Nu zijt wellekome, Jesu, lieve Heer,

Gij komt van alzo hoge, van alzo veer.

Nu zijt wellekome van de hoge hemel neer.

Hier al op dit aardrijk zijt Gij gezien nooit meer.

Kyrieleis.

 

Herders op den velde hoorden een nieuw lied,

dat Jezus was geboren, zij wisten ’t niet.

‘Gaat aan gene straten en gij zult Hem vinden klaar.

Bet’lem is de stede, daar is ’t geschied voorwaar.’

Kyrieleis.

 

Wijzen uit het oosten, uit zo verre land

Zij zochten onze Here, met offerend

Ze offerden ootmoediglijk mirr’ wierook ende goud

te eren van dat kind, dat alle ding behoudt.

Kyriëleis

 

Halleluja, Here, Laat ons zingen blij

Daarmee ook onze liederen beginnen vrij.

Jezus is geboren in de heilige Kerstnacht

Hoog zij hij geprezen en hoog zijn naam geacht

Kyriëleis.

 

Korte overdenking

 

Muziek Tida Kira

 

Gedicht door Durkje van der Velde

 

Stille nacht

Het was een stille, donkere nacht.

In Bethlehem heerste diepe rust.

Mensen waren zich van niets bewust.

Niemand had iets bijzonders verwacht.

 

Maar in deze nacht is het geschied.

Jezus, Gods Zoon, werd geboren.

En alleen zouden het moeten horen.

Want de mensen wisten het niet.

 

Jezus, geboren in een stal in Bethlehem.

Zijn wieg was een simpele voederbak.

Geen luxe, alles wat nodig was ontbrak.

Elders was helaas geen plaats voor Hem.

 

Een koude, donkere nacht.

Waarin plots een heldere ster verscheen.

Een prachtige ster die niet meer verdween.

En die de wijzen naar Bethlehem bracht.

 

De plaats waar Jezus geboren was.

De Redder van de mensheid.

De engelen zongen terzelfdertijd.

Zo zuiver en helder als glas;

 

Ere zij God in de hoogste hemel.

En vrede op aarde voor alle mensen die Hij liefheeft.

 

Zingen: De eerste kerst (The first Noël)

 

De eerste Kerst is een wonder geschied,

Brak het licht door de hemel en klonk daar een lied.

Aan de herders in het veld, bij hun schapen op wacht

Is als eerste der mensen de boodschap gebracht.

Noël, Noël, Noël, Noël

 

Zij keken omhoog, in de lucht blonk een ster,

Zo hoog in het oosten zo stralend en ver.

De aarde werd vervuld, van zijn hemelse licht,

Als een glimlach van God naar de mensen gericht.

Noël, Noël, Noël, Noël

 

 

De ster ging hen voor en zij boog naar noord-west,

Boven Bethlehem scheen zij, en kwam daar tot rust.

Daar bleef zij staan, scheen zij klaar als de dag,

Naar de plaats van de stal waar het Jezus-kind lag.

Noël, Noël, Noël, Noël

 

Gebed

Onze Vader in de hemel,
laat iedereen u eren.
Laat uw nieuwe wereld komen.
Laat op aarde uw wil gedaan worden,
net zoals dat in de hemel gebeurt.
Geef ons vandaag het eten dat we nodig hebben.
En vergeef ons wat we fout gedaan hebben,
want wij hebben ook andere mensen hun fouten vergeven.
Help ons om nooit tegen u te kiezen.
En bescherm ons tegen de macht van het kwaad.
Want u bent koning,
u regeert met grote macht,
voor altijd. Amen.

 

 

Collecte

 

Zingen: Ere zij God

 

Zegen

 

 

Maandag 25 december 2023 

1ste Kerstdag

 

Liturgie maandag 25 december 2023,

Kerstnachtdienst

 

Inloop vanaf: 10:30 uur

Aanvang dienst: 11.00 uur

Voorganger: José Kruize uit Oudeschip

Organist: Johan Kramer

_________________________________________________________________________

 

Liturgie 1e kerstdag 2023, Munnekezijl

Thema: Ga mee naar het licht!

 

Welkom door ouderling van dienst

 

Zingen: Komt allen tezamen

 

Komt allen tezamen,

Jubelend van vreugde

Komt nu, oh komt nu naar Bethlehem

Ziet nu de vorst der eng’len hier geboren

Komt laten wij aanbidden

komt laten wij aanbidden

komt laten wij aanbidden die Koning

 

De hemelse englen

Riepen eens de herders

Weg van de kudde naar ’t schamel dak

Spoeden ook wij ons met eerbiedige schreden

Komt laten wij aanbidden

komt laten wij aanbidden

komt laten wij aanbidden die Koning

 

Het licht van de Vader,

Licht van de beginne,

Zien wij omsluierd, verhuld in ’t vlees;

Goddelijk kind, gewonden in de doeken!

Komt laten wij aanbidden

komt laten wij aanbidden

komt laten wij aanbidden die Koning

 

O kind, ons geboren

Liggend in de kribbe

Neem onze liefd’ in genade aan

U die ons liefhebt

U behoort ons harte

Komt laten wij aanbidden

komt laten wij aanbidden

komt laten wij aanbidden die Koning

 

Votum en groet

 

Zingen: Lied 1005, Zoekend naar licht

 

Zoekend naar licht hier in het duister,

zoeken wij U, waarheid en kracht.

Maak ons uw volk, heilig, vol luister,

schijn in de donkere nacht.

 

Christus, ons licht,

schijn door ons heen, schijn in het duister.

Christus, ons licht,

schijn ook vandaag, hier in uw huis.

 

Zoekend naar rust zijn wij vol zorgen,

zoekend naar hoop, troost in uw woord.

Spreek door ons heen tot de verdrukten,

zo wordt uw stem gehoord.

 

Christus, ons licht,

schijn door ons heen, schijn in het duister.

Christus, ons licht,

schijn ook vandaag, hier in uw huis.

 

Met zoveel gaven aan ons gegeven,

voor zoveel leed, zoveel gemis.

Maak ons uw dienaars, leer ons te delen,

totdat uw rijk hier is.

 

Christus, ons licht,

schijn door ons heen, schijn in het duister.

Christus, ons licht,

schijn ook vandaag, hier in uw huis.

 

Gebed

 

Gedicht (Abeltje Schievink)

 

Het licht

In ben het licht van de wereld, zegt Jezus

Wie mij volgt, zal in het licht leven

En zich nooit meer in het duister begeven.

 

Wat een troost om dit te mogen weten

Dat Jezus het licht voor ons wil zijn

In alle blijdschap maar ook in pijn.

 

Dat er licht mag zijn in onze ogen

We elkaar mogen zien en begroeten

Ook in liefde elkaar zullen ontmoeten

 

Jezus wil ons leven verlichten

Hem mogen we volgen op onze wegen

Hij is ons altijd nabij met Zijn zegen

Het licht van de wereld geeft ons helderheid

De duisternis moet van ons wijken

En Gods zuivere licht zal ons bereiken

 

Wij mogen leven in het licht

Want bij God is geen duisternis

Dat is helder, zeker en gewis.

 

 

Zingen: Wij trekken in een lange stoet

 

Wij trekken in een lange stoet op weg naar Bethlehem

Wij gaan uw koning tegemoet o stad Jeruzalem

Gezegend die zijn komst begroet en knielen wil voor hem

Wij loven U, Koning en Heer Koning en Heer,

wij loven U Koning en Heer

 

Al bent U nu nog maar een kind zo hulpeloos en klein

Wij weten dat het rijk begint waarvan u Heer zult zijn

Een rijk waarin de vrede wint van oorlog en van pijn

Wij loven U, Koning en Heer Koning en Heer,

wij loven U Koning en Heer

 

 

Wij gaan op weg naar Bethlehem Daar ligt hij in een stal

Die koning in Jeruzalem voor eeuwig wezen zal

Laat klinken dan met luider stem en blij bazuingeschal

Wij loven U, Koning en Heer Koning en Heer,

wij loven U Koning en Heer

 

Bijbellezen: (Cora Schutter)

Gen 1: 1-5

Gen 1: 14-19

Psalm 27: 1

Joh 1: 1-9

Joh 8: 12

Lucas 2:8-14

 

Gen 1:1-5

In het begin maakte God de hemel en de aarde.

De aarde was leeg en verlaten. Overal was water, en alles was donker. En er waaide een hevige wind over het water. Toen zei God: ‘Er moet licht komen.’ En er kwam licht. God zag hoe mooi het licht was. Hij scheidde het licht en het donker. Het licht noemde hij ‘dag’ en het donker noemde hij ‘nacht’. Toen werd het avond en het werd ochtend. Dat was de eerste dag.

Gen 1:14-19

God zei: ‘Er moeten lichten aan de hemel komen om verschil te maken tussen de dag en de nacht. Die lichten moeten laten zien welk seizoen het is, en welke dag en welk jaar. En ze moeten licht geven op aarde.’ En zo gebeurde het. God maakte de twee grote lichten. De zon om overdag te schijnen, en de maan om ’s nachts te schijnen. God maakte ook de sterren. Hij zette de zon en de maan aan de hemel om licht te geven op de aarde. En om het verschil aan te geven tussen dag en nacht, en tussen licht en donker. God zag hoe mooi het was.

Toen werd het avond en het werd ochtend. Dat was de vierde dag.

Psalm 27: 1

Een lied van David.

De Heer helpt mij altijd,

Hij is als een licht in het donker.

Ik ben voor niemand bang.

Bij de Heer ben ik veilig,

daarom heb ik geen angst.

Joh 1: 1-9

In het begin was Gods Zoon er al. Hij was bij God, en Hij was zelf God. In het begin was Hij al bij God. Alles is door Hem ontstaan. Zonder Hem zou er niets zijn.

Al het leven komt van Hem. Het leven dat Hij brengt, is het licht voor de mensen. Hij is het licht dat schijnt in het donker. En het licht heeft het gewonnen van het donker.

Er kwam een man die door God gestuurd was. Hij heette Johannes. Hij kwam om te vertellen over het ware licht. Want alle mensen moesten in dat licht gaan geloven. Johannes was niet zelf het licht, maar hij kwam om over het licht te vertellen. Gods Zoon is het ware licht, dat schijnt voor alle mensen. Hij kwam naar de wereld, die hij zelf gemaakt had.

Joh 8: 12

Later sprak Jezus opnieuw tegen de mensen. Hij zei: ‘Ik ben het licht voor de wereld. Als je mij volgt, leef je niet meer in het donker. Dan hoor je bij het licht dat leven geeft.’

Lucas 2:8-14

Niet ver daarvandaan brachten herders de nacht door in het veld, ze hielden de wacht bij hun kudde. Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en werden ze omgeven door het stralende licht van de Heer, zodat ze hevig schrokken. De engel zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen, dat het hele volk met grote vreugde zal vervullen: vandaag is in de stad van David jullie redder geboren. Hij is de Messias, de Heer. Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in een doek gewikkeld in een voederbak ligt.’ En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met de woorden: ‘Eer aan God in de hoogste hemel

en vrede op aarde voor alle mensen die hij liefheeft.’

 

Zingen: Hoor de engelen zingen de eer!

 

Hoor de engelen zingen d'eer van de nieuwgeboren Heer!

Vreed' op aarde, 't is vervuld: God verzoent der mensen schuld.

Voegt u, volken, in het koor, dat weerklinkt de hemel door,

Zingt met algemene stem voor het kind van Bethlehem!

Hoor de engelen zingen d'eer van de nieuwgeboren Heer!

 

Hij, die heerst op 's hemels troon, Here Christus, Vaders Zoon,

Wordt geboren uit een maagd op de tijd die God behaagt.

Zonne der gerechtigheid, woord dat vlees geworden zijt,

Tussen alle mensen in in het menselijk gezin.

Hoor, de eng'len zingen d'eer van de nieuwgeboren Heer!

 

Lof aan U die eeuwig leeft en op aarde vrede geeft,

Gij die ons geworden zijt taal en teken in de tijd,

Al uw glorie legt Gij af ons tot redding uit het graf,

Dat wij ongerept en rein nieuwgeboren zouden zijn.

Hoor, de eng'len zingen d'eer van de nieuwgeboren Heer!

 

Overdenking

 

Luisterlied tijdens overdenking: God roept ons (Sela)

 

 

Zingen: Komt verwondert u hier mensen

 

Komt verwondert u hier mensen
Ziet hoe dat u God bemint
Ziet vervuld der zielen wensen
Ziet dit nieuw geboren kind
Ziet die ’t woord is, zonder spreken
Ziet die vorst is, zonder pracht
Ziet die ’t al is, in gebreken
Ziet die ’t licht is, in de nacht
Ziet die ’t goed is, dat zo zoet is
Wordt verstoten, wordt veracht 

 

Ziet hoe dat men met Hem handelt
Hoe men Hem in doeken bindt
Die met zijne godheid wandelt
Op de vleugels van de wind
Ziet hoe ligt Hij hier in lijden
Zonder teken van verstand
Die de hemel moet verblijden
Die de kroon der wijsheid spant
Ziet hoe tere is de Here
Die ’t al draagt in zijne hand

O Heer Jesu, God en mense,
Die aanvaard hebt deze staat
Geef mij wat ik door U wense
Geef mij door uw kindsheid raad
Sterk mij door uw tere handen
Maak mij door uw kleinheid groot
Maak mij vrij door uwe banden
Maak mij rijk door uwe nood
Maak mij blijde door uw lijden
Maak mij levend door uw dood

Gebed

 

Collecte

 

Zingen: Ere zij God

 

Zegen

 

Tekst bij de schikking van de 3de zondag 40 dagentijd


Lezen Johannes 9

Tekst bij de schikking van de 3de zondag 40 dagentijd


Lezen Johannes 9